Inloggen
Kennisbank

Geen wettelijke grondslag voor gebruik BSN-nummer door adviseurs

12 sep 2018

Het Ministerie van Financiën komt niet met een aanpassing van de Wet op het Financieel Toezicht, die het mogelijk maakt dat hypotheekadviseurs (en andere financieel dienstverleners) het BSN van hun relaties mogen verwerken. Artikel 87 van de AVG verbiedt de verwerking van een nationaal identificatienummer indien hiervoor een wettelijke grondslag ontbreekt.

Om het gebruik van het BSN door private partijen te kunnen regelen, moet er aangetoond worden dat dit in ‘een democratische samenleving noodzakelijk’ is. Naar het oordeel van het Ministerie van Financiën is er van deze noodzaak in de situatie van financieel dienstverleners geen sprake. Het ministerie wijst er in haar brief aan de Contactgroep op, dat het niet mogelijk is om het BSN te gebruiken op basis van toestemming van de betrokkene. Ook stelt het ministerie, dat het nummer hoofdzakelijk is bedoeld voor het publieke domein en dat gebruik van het BSN alleen in specifieke situaties is toegestaan aan private partijen.

Volgens Adfiz is vervolgens de misvatting ontstaan, dat het BSN helemaal niet verwerkt mag worden door financieel adviseurs. Adfiz heeft dit vervolgens besproken met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). AP heeft vastgesteld dat een adviseur tegenover een burger optreedt als adviseur en tegenover de aanbieder als gemachtigde van die burger. Als in die verhouding voor het uiteindelijk af te nemen financieel product het BSN wettelijk moet worden verwerkt door de financiële instelling, dan is de financieel adviseur van de burger, volgens het AP gemachtigd tot het gebruik van het BSN. Dit betekent volgens Adfiz, dat je als adviseur in al die situaties het BSN gewoon namens je klant mag doorgeven aan de aanbieder. Adviseurs mogen dan het BSN wel verwerken maar niet bewaren.

Brancheorganisaties willen desondanks duidelijk hebben wat ze wel en niet mogen doen met het BSN-nummer van klanten. In een brief aan het ministerie van Financiën, het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vragen ze de kwestie opnieuw met de branche te bespreken. Volgens initiatiefnemer OvFD heerst er nog steeds veel onzekerheid.