Huishoudens hebben in meerderheid (53%) hun energieverbruik blijvend verminderd, zo blijkt uit het onderzoek. Dat was lang niet altijd uit economische noodzaak. Wel is geld besparen (ook al is dit niet noodzakelijk) voor de meeste (72%) huiseigenaren de belangrijkste reden om verduurzamingsmaatregelen te treffen. Andere redenen zijn het klimaat/milieu (59%), vergroten van het wooncomfort (57%) en het verhogen van de woningwaarde (44%). Inmiddels heeft bijna 80% van de huiseigenaren in de afgelopen 10 jaar wel één of meerdere investering gedaan ter verduurzaming. Het ging daarbij vooral om het opwekken van duurzame energie (62%, zoals zonnepanelen) en woningisolatie (52%).
Mooie cijfers, toch achterstand op doelstelling
DNB vindt ondanks deze mooie percentages dat er harder gestuurd moet worden op verduurzaming. DNB stelt dat we achterblijven op de doelstellingen. Welke dat zijn, is niet geheel duidelijk, al wordt in een voetnoot verwezen naar de Monitor Verduurzaming Gebouwde Omgeving 2023. In die Monitor is de doelstelling genoemd dat de CO2-uitstoot in 2030 met 55% gedaald moet zijn ten opzichte van 1990 en in 2050 met 95%. DNB zelf spreekt elders over 2,5 miljoen geïsoleerde woningen in 2030. Op weer een andere plek, spreekt DNB van verduurzaming tot energielabel B (met warmtepomp). Er is bovendien niet precies aangegeven in hoeverre deze doelstellingen in de huidige trend (al dan niet) gehaald worden. En in hoeverre huiseigenaren daar nog sterker aan kunnen bijdragen. Een groot deel van de gebouwen is immers geen eigen woning, maar een huurwoning of utiliteitsgebouw. Hoe het ook zij, DNB vindt dat een extra prikkel nodig is voor woningeigenaren om hun woning te verduurzamen.
Aan het geld ligt het niet
DNB concludeert dat veel huiseigenaren die helemaal niet hebben geïnvesteerd in verduurzaming, dat niet doet vanwege de kosten. 25% van hen noemt de te lange terugverdienperiode en 20% de hoge installatiekosten. Volgens DNB komt dit mede door onduidelijkheid en onbekendheid van de mogelijkheden. Zo maakt slechts 5% van de mensen die wel verduurzaamde, gebruik van leningen bij een overheidsfonds (zoals het Warmtefonds). Ook zijn veel huiseigenaren niet op de hoogte van subsidieregelingen zoals ISDE. Veruit de meerderheid (82%) die wèl verduurzaamde, betaalde de maatregelen uit eigen middelen. DNB meent dat er meer en betere informatie gegeven moet worden over (bijvoorbeeld) de EBL en ISDE-subsidie.
Toch zouden beide subsidievormen niet eens nodig moeten zijn. Volgens schattingen kan 95% van de huiseigenaren de investeringskosten van verduurzaming van de eigen woning (isolatie tot energielabel B en elektrische warmtepomp) financieel dragen met spaargeld (66%) of een lening binnen de maximale leennormen (29%), waarbij ze een financiële buffer aanhouden van € 10.000. Dit geldt zelfs voor de laagste inkomensgroep van huiseigenaren, zeker als ook de rentevrije EBL van het Warmtefonds in de mogelijkheden wordt meegenomen.
Verduurzamingsplicht?
DNB voert vervolgens de druk verder op, door aan te geven dat als de doelstellingen uit het zicht blijven, er een verduurzamingsplicht overwogen moet worden. Die plicht houdt in dat bij aankoop van een woning deze binnen een bepaalde periode aan een minimale energieprestatie moet voldoen. Daarvoor moet de koper wel voldoende tijd krijgen, alleen al vanwege de krapte op de arbeidsmarkt: er zijn simpelweg te weinig mensen om het werk te doen. Ook zou volgens DNB een uitzondering moeten gelden voor VvE’s. Appartementen worden immers op verschillende momenten aangekocht.
Deze verduurzamingsplicht voor huiseigenaren zou in enigszins schril contrast staan met de praktijk van de (al bestaande) verduurzamingsplicht voor utiliteitsgebouwen. Rijksoverheid zelf houdt zich immers niet aan haar eigen wetgeving. Zij leeft de eigen regels voor energiezuinige kantoren niet of nauwelijks na. Waar 63% van alle (zowel overheids- als commerciële) kantoorgebouwen inmiddels het minimaal verplichte energielabel C heeft, zitten de overheidsgebouwen nog niet eens op 50%. Dit bleek uit onderzoek van het FD.
Overigens treedt in 2030 ook al regelgeving in werking voor energieprestaties van huurwoningen. Nu in die groepen (huur- en overheidsgebouwen) nog veel winst te halen valt en onduidelijk is in hoeverre eigendomswoningen verder kunnen bijdragen aan de doelstellingen, lijkt het overwegen van dwangmiddelen voor die laatste groep ietwat misplaatst.
Wat kunt u hiermee in uw praktijk?
Gelukkig gaat DNB niet over invoering van een verduurzamingsplicht. Ook is DNB de verkeerde partij om te bepalen of iemand verduurzaming al dan niet kan betalen op basis van statistische gegevens.
Dat kunt u, als Erkend Financieel Adviseur, juist wel. Voor de één is een buffer van € 10.000 wellicht voldoende, maar dat zal lang niet voor iedereen gelden. U kunt door een persoonlijke financiële analyse van de klantsituatie nagaan in hoeverre verduurzaming van de woning financieel haalbaar, betaalbaar en aantrekkelijk is.
Het is ietwat zorgelijk dat DNB zich op het terrein begeeft te adviseren over dwang, juist omdat huiseigenaren al vooroplopen in de energietransitie ten opzichte van andere gebouweigenaren. Door al onze klanten te wijzen op de voordelen en mogelijkheden van verduurzaming, wordt wellicht voorkomen dat het voorstel van DNB serieus genomen wordt. Wist u trouwens dat er zelfs al subsidiemogelijkheden bestaan voor verduurzaming van de tuin (tegelwip-subsidie)…?
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 9 mei 2024. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.